(7)

In J.R.R. Tolkien's fictieve wereld Midden-aarde is Utumno (ook bekend als Udûn) het eerste fort van Morgoth. Het is gelegen in het noorden van Midden-aarde.De Zwarte Poort beschermt het dal van Udûn.

Utumno was gebouwd in het jaar 3400 (in Valiaanse Jaren) onder de Ered Engrin. Gedurende 1149 jaar had Morgoth daar gewoond. Vanuit Utumno had hij de Twee Lampen omgegooid en daar werden ook de Orks en misschien de Trollen gemaakt.

In het jaar 1099 tijdens de Jaren van de Bomen streden de Valar tegen Morgoth en namen hem gevangen in Valinor, Utumno werd verwoest.

 

Orodruin (Sindarijns: berg van het rode vuur) of Amon Amarth (Doemberg)

De Doemberg ligt in Mordor en is de plek waar de Maia Sauron rond het jaar 1600 van de Tweede Era de Ene Ring smeedt in de Doemspleet. Deze Ring wordt gesmeed om andere Ringen van Macht te overheersen. Hij is bijna onverwoestbaar; alleen het vuur waarin hij gesmeed is kan hem vernietigen.

Eeuwen later, in het jaar 3018 van de Derde Era, is de Ring in bezit gekomen van de Hobbit Frodo Balings. Sauron is dan zeer machtig, en streeft naar wereldheerschappij. Daarom zoekt hij onophoudelijk naar de verloren Ring. Om Sauron tegen te houden begint Frodo aan de queeste die beschreven wordt in In de Ban van de Ring: hij reist naar Orodruin midden in Mordor om de Ene Ring te vernietigen. Bij de Doemspleet besluit Frodo de Ring te houden en te gebruiken. Dan wordt hij echter door Gollem, een eerdere Ringdrager, besprongen en bevochten, waarbij Gollem de Ring te pakken krijgt en in uitzinnige vreugde in het vuur van de Doemberg valt. Zo worden de Ring en Sauron vernietigd. Bij deze gebeurtenis heeft de vulkaan een laatste krachtige uitbarsting.

Een pas door de Schaduwbergen waar Sam en Frodo werden overvallen door Shelob. Bewaakt door door de Toren van Cirith Ungol.

Het Sindarijnse woord is afgeleid van het Quenyaanse woord Hyarmen. Harad is de naam die in Gondor werd gegeven aan alle landen ten zuiden van de rivier de Harnen; een meer uitgebreide benaming was Haradwaith, "Landen van de Zuidelijke Volken".

wanneer en hoe de woestijnstammen van Harad in Haradwaith terrecht zijn gekomen is onbekend, wel is bekend dat toen de Laatste Alliantie tussen mensen en Elfen Mordor versloeg, de Haradrim reeds voor Sauron vochten als trouwe volgelingen. de Haradrim werden later door de Zwarte Númeneoranen uit Umbar overheerst waardoor de steun aan de kwaadaardige Sauron bleef, en in de Derde Era vochten de Haradrim vaak tegen Gondor op bevel van Sauron, met als doel Gondor zodanig te verzwakken dat hijzelf terug kon keren naar Mordor.

De Haradrim ( of Zuiderlingen ) zijn Duistere Mensen die Sauron dienen en een alliantie hebben met Mordor tegen het vrije Westen (o.a. Gondor, de aartsvijand van Harad en Rohan). Haradrim worden door Sauron begeerd door hun grote eenheden cavalerie (waar zijn eigen leger van Mordor een ernstig tekort aan heeft) en de grote oorlogsolifanten, de Mumakíl. In de oorlog van de ring word een sterk leger Haradrim ingezet bij het beleg van Minas-Tirtih, waaronder een divisie cavelerie ( de leider word door de koning van Rohan gedood ) en vele Mumakíl.

Het gebied was volgens het bestek van de Dúnedain verdeeld in het Verre en het Nabije Harad, en bevatte een lapwerk van kleine koninkrijken die alle herhaaldelijk, eigenlijk bijna voortdurend, tijdens de Derde Era met Gondor in oorlog waren. Na de Oorlog om de Ring werden de Haradrim echter door Aragorn Elessar verslagen, maar in de eerste decennia van de Vierde Era werd er opnieuw langs de Harnen gevochten.

 

Nadat de Dúnedain in Midden-aarde waren aangekomen na hun vlucht van Númenor stichtten Isildur en zijn broer Anárion het rijk dat later Gondor werd genoemd. Aan weerskanten van Osgiliath, de voornaamste stad van het rijk, bouwden zij grote torens. In het westen bouwden zij Minas Anor, de Toren van de Ondergaande Zon, later Minas Tirith genoemd, waar het huis van Anárion stond. In het oosten bouwden zij op de flanken van de Ephel Duath (de Schaduwbergen), als waarschuwing voor Mordor, Minas Ithil, de Toren van de Rijzende Maan. In Minas Ithil stond de zetel van Isildur, de stad lag in de Imlad Morgul, een vallei in de Schaduwbergen waardoor de rivier de Morgulduin stroomde. In Minas Ithil plantte Isildur de zaailing van de Witte Boom die hij had gered van Númenor, ook werd een van de Palantíri in Minas Ithil bewaard.

Nadat Sauron was teruggekeerd naar Mordor na de vernietiging van Númenor, hij de Ene Ring had gesmeed en zich sterk genoeg achtte viel hij met een grote strijdmacht het koninkrijk Gondor aan en nam Minas Ithil in, Isildur kon ontsnappen en nam een zaailing van de Witte Boom mee. Nadat Sauron overwonnen was door Het Laatste Bondgenootschap werd Minas Ithil ingesteld als wachttoren om Mordor te bewaken.

Nadat de pest had toegeslagen in Gondor werden de forten aan de grenzen van Mordor verslagen en keerden de Nazgûl in het geheim terug naar Mordor. In het jaar 2000 van de Derde Era zetten zij de aanval in tegen Minas Ithil, de toenmalige koning van Gondor Eärnil II kon de Nazgûl niet weerstaan en in 2002 viel Minas Ithil, de palantir werd buitgemaakt en de stad werd omgedoopt tot Minas Morgul, de Toren van Tovenarij. Vele jaren wordt Minas Morgul geregeerd door de Tovenaar-koning van Angmar, de Heer van de Nazgûl en nu de Heer van Morgul. De provincie Ithiliën die tussen Minas Morgul en de Anduin in lag raakte verlaten. Tijdens de Oorlog om de Ring kwamen de legers van Mordor die streden tijdens de Slag van de velden van de Pelennor uit Morgul.

Na de val van Barad-Dûr en de vernietiging van de ring raakt Minas Morgul verlaten en in verval. Vele jaren kon Minas Morgul niet bewoond worden door mensen door het kwaad dat daar nog steeds rondhing. Nadat het kwaad was verdwenen werd na vele jaren Minas Morgul herbouwd als Minas Ithil.

Sauron was in de Tweede Era achtergebleven in Midden-aarde. Daar hield hij zich aanvankelijk een paar honderd jaar gedeisd, maar zou later de Elfen trachten te beïnvloeden, en ze hun Ringen laten smeden. Hij pleegde verraad door de Ene Ring te smeden, die alle andere Ringen in duisternis binden zou. Rond deze tijd koos hij het land Mordor als zijn basis, en bouwde daar met zijn slaven en Orks de Barad-dûr. Hij gebruikte deze als basis voor aanvallen op de Elfenrijken in Eriador, en later voor zijn oorlogen tegen Arnor en Gondor. In de Oorlog van het Laatste Bondgenootschap werd de Barad-dûr zeven jaar lang belegerd, en ten slotte ingenomen. Saurons lichaam werd gedood, maar zijn Ring en hiermee de basis van de macht, bleef intact. Zo ook de toren, waarvan de fundamenten bleven bestaan.

In de Derde Era was de Barad-dûr een ruïne, en Sauron gebruikte Dol Guldur als basis. Nadat Gandalf hem hier had verdreven, herbezette hij Mordor en bouwde de Barad-dûr opnieuw op. Sauron had inmiddels de gedaante aangenomen van een Oog, dat hoog op de toren zetelde, en alles en iedereen in de gaten hield. In de Oorlog om de Ring werd Sauron definitief verslagen, de Ring werd vernietigd, en de Barad-dûr stortte definitief in.

 
Het land in Mordor en ten oosten ervan. De mensen van Nurn zijn de oorspronkelijke bewoners totdat Sauron kwam. De Oosterlingen van Rhun zijn verwanten.
Black Gate
Orodruin
Cirith Ungol
Haradrim
Minas Morgul
Barad-dur

Mordor

 

Udûn (1) Minas Morgul (4)
Orodruin (2) Barad-Dûr (5)
Cirith Ungol (3) Nurn (6)
Het verre Zuiden (7) Terug

 

a